Design Thinking: tips en theorie voor een effectieve aanpak van maatschappelijke vraagstukken [1/6]

‘Bij ons staat de klant centraal’
‘Participatie zit in ons DNA’
‘Wij werken continue aan vernieuwing’

Dit soort zinnen vind je op veel websites van organisaties die zich bezighouden met maatschappelijke vraagstukken. Verbinding en vernieuwing zijn gouden ingrediënten om mee te kunnen bewegen met de complexiteit van de huidige samenleving. Maar de praktijk is soms weerbarstig en ook de ‘binnenwereld’ is veeleisend. Hoeveel tijd besteedt jouw organisatie aan betekenisvol contact met de buitenwereld? En wat is jouw eigen rol hierin?

Duizenden professionals werken dagelijks aan complexe vraagstukken over de toekomst van Nederland. Ze denken na over nieuwe vormen van mobiliteit, energie, zorg, wonen, onderwijs of veiligheid. Ze zoeken naar verbinding en dialoog met stakeholders. Maar hoe doe je dat eigenlijk? Hoe krijg je de juiste mensen in beweging? Hoe zorg je voor méér begrip tussen mensen met verschillende belangen en behoeften? Hoe stimuleer je creativiteit?

In zes longreads gaan we op zoek naar antwoorden op deze vragen. De rode draad is Design Thinking, een werkwijze om complexe vraagstukken effectief aan te pakken en innovatie te stimuleren. Een werkwijze die concrete resultaten in de praktijk laat zien. Niet in je eentje achter je laptop, maar samen met anderen. Met collega’s en stakeholders die je al jaren kent of met mensen die (nog) geen onderdeel zijn van je huidige netwerk.

Design Thinking is niet nieuw. De eerste verwante ideeën werden eind jaren ’60 van de vorige eeuw al gepubliceerd en doorontwikkeld in de jaren ’80 en ’90. [1] Sinds een aantal jaren neemt het opnieuw een vlucht. Dat is te verklaren omdat de ‘mindset’ van Design Thinking een antwoord lijkt te bieden op de uitdagingen van deze tijd.

De Oorsprong van Design Thinking 

Architecten, stedenbouwkundigen, vormgevers, ingenieurs of programmeurs: allemaal zijn ze getraind om te ontwerpen. Ze ontwikkelen tastbare objecten of digitale tools die het dagelijks leven makkelijker, leuker of goedkoper maken. Ze bouwen aan een publieke ruimte waarin vorm en functie op elkaar aansluiten. Ze maken complexe processen visueel en daarmee inzichtelijk. De gemene deler van goede ontwerpers is dat ze de beleving en behoeften van individuen en groepen als uitgangspunt nemen. Ze ontwerpen niet voor zichzelf, maar voor een ander. Om die ander te doorgronden, dompelen ze zich onder in hun leefwereld. Dit wordt een ‘human centered approach’ genoemd. [2]

Stap in de schoenen van een designer 

Design Thinking projecteert de mindset van deze ontwerpers op andere beroepsgroepen, waaronder mensen die werken aan de maatschappelijke vraagstukken van vandaag en morgen. Mensen die beleid, regelingen of diensten ontwikkelen. Mensen die vaak te maken hebben met een politiek krachtenveld, bureaucratische procedures en volle agenda’s.In de ‘waan van de dag’ wordt soms voorbij gegaan aan de eindgebruikers van de opgave: de mensen die gezonder, welvarender of gelukkiger kunnen worden als het maatschappelijke vraagstuk (deels) wordt opgelost. Wat drijft hen? Waar hebben ze behoefte aan? Welke ideeën en initiatieven kunnen ze zelf bedenken en uitwerken?

Iemand met de mindset van een ontwerper benut zijn/haar empathisch vermogen, stimuleert creativiteit bij zichzelf en anderen, durft fouten te maken én komt tot passende en duurzame oplossingen.

De stappen van Design Thinking

De methodiek van Design Thinking bestaat uit vijf fasen. Hoe je deze stappen inzet is afhankelijk van jouw opgave en organisatie. De één is gebaat bij de houvast van een gestructureerde aanpak, de ander meandert intuïtief tussen de stappen. De methodiek is een vorm van mensgericht werken. Dit is anders dan resultaatgericht werken, waar veel werkprocessen binnen in de (semi) publieke sector op ingericht zijn. Het implementeren van de Design Thinking aanpak vergt daarom veel van organisaties, hun managers en werknemers.Veel elementen van Design Thinking zijn herkenbaar, zeker voor mensen die bekend zijn met (publieks)participatie en co-creatie. Daarom gebruiken veel mensen Design Thinking als verrijking van hun ‘normale’ manier van werken. De aanpak helpt om stakeholders in kaart te brengen, vraagstukken te analyseren, ideeën te genereren en gedachten te ordenen.

Door te oefenen met deze methodiek kunnen teams of organisaties geleidelijk mensgerichter, creatiever en doelmatiger worden.

Daadkracht en verbinding 

Goed leiderschap wordt vaak geassocieerd met snelle en duidelijke besluiten nemen: daadkracht. Een probleem constateren, een heldere oplossing bedenken en daarna uitrollen. Maar in de huidige complexe samenleving schieten lineaire oplossingen (een subsidie hier, een campagne daar) steeds vaker hun doel voorbij. Thema’s zijn onlosmakelijk met elkaar verweven en tegengestelde belangen worden direct zichtbaar via diverse media. Soms blijkt de oplossing toch niet te werken zoals verwacht. Soms is er kritiek op de vorm van de oplossing. Maar meestal ligt de oorzaak dieper: het vraagstuk wordt helemaal niet herkend of heel anders beleefd door de buitenwereld. Elke oplossing mist dan per definitie impact.In de huidige samenleving is effectief leiderschap nog steeds gebaat bij daadkracht, maar het kan niet meer zonder verbinding met de samenleving. En verbinding maken gaat soms ten koste van de snelheid. Het binnenhalen van de buitenwereld doe je niet op een vrijdagmiddag. Zeker niet als je stakeholders uit verschillende disciplines en leefwerelden komen. Design Thinking biedt elementen om met dit spanningsveld om te gaan. Een belangrijk uitgangspunt is dat je méér tijd besteedt aan een gezamenlijke probleemanalyse. Dit is een investering die je later in het proces terugverdient door niet van start te gaan op basis van verkeerde aannames.

Lef en nieuwsgierigheid 

Een kenmerkend aspect van Design Thinking zijn tussentijdse iteraties. Het is een zoektocht naar een veelheid van oplossingen, waarvan je de meest kansrijke op kleine schaal gaat uitwerken, testen en bijschaven. Je komt dus al in actie vóórdat je de eindoplossing helemaal in beeld hebt. Daarvoor is lef nodig, want het kan en mag mislukken, zolang je maar leert van de inzichten. Als je aan de slag gaat met Design Thinking is het dus van belang om te zorgen voor experimenteerruimte, zodat niet bij de eerste tegenslag de stekker uit het project wordt getrokken.
Maar wat Design Thinking misschien wel het meest onderscheidt van onze ‘normale’ manier van werken is de focus op nieuwsgierigheid en empathie. Een Design Thinker heeft oprechte belangstelling voor de behoeften en ideeën van mensen die met zijn/haar product, dienst of beleid in aanraking komen. Een Design Thinker heeft de flexibiliteit om persoonlijke verwachtingen los te laten. Een Design Thinker omarmt nieuwe inzichten als uitgangspunt voor het verdere proces. [3].

Geraadpleegde bronnen [juni 2020]

  1. Rossi, W. (2016) – Design Thinking? A Critical Review.
  2. Luetjes, J (2016) – Design thinking in policymaking: opportunities and challenges
  3. Brown, T. (2008) – Design Thinking. Harvard Business Review, 85-92

Het bronnenonderzoek voor deze artikelenreeks is uitgevoerd door Lotte Biesheuvel, Mura Kuijpers en Roos Banning, studenten sociologie van de Universiteit Utrecht.